De PAR waar je nu kennis mee maakt is jong, maar er is een PAR die al een ouder leven heeft. Een voorgeschiedenis van verf & penselen en een particuliere verzameling dat tot een belangrijke basis uitgroeit in de opbouw van de collectie moderne kunst van het Stedelijk Museum Amsterdam.

De start van een collectie

Pierre Alexander Regnault (1868 -1954) start eind 19e eeuw voor het eerst met het aankopen van kunstwerken. Dit gebeurt in eerste instantie intuïtief vanuit contacten met kunstenaars die hij kent vanuit zijn werk als verkoper in verf en penselen. Allereerst wilde hij de ervaringen van de kunstenaars weten met zijn producten, maar dit groeide naar een sterkere interesse en contact met de kunstenaars en hun werk. Hij begon door schilders te voorzien van materialen in ruil voor werken.

Startend met werken uit de nabloei van de Haagse en Larense school (begin 20e eeuw) verschoof zijn interesse meer naar moderne kunst. Naast veel Nederlandse schilders, met sommigen heeft hij nauw contact, kijkt hij ook steeds meer naar internationale kunstenaars. Met het groeien van zijn collectie wordt zijn wens om moderne kunst bij het grotere publiek te promoten sterker.

Contact met musea

Zijn bedrijf groeit groter en er wordt gestart met een reeks verffabrieken in Indonesië, waar op termijn ook drukinkten worden gefabriceerd. In deze periode wordt zijn collectie in Nederland en Indonesië tentoongesteld en zijn er doorlopend werken in bruikleen bij het Stedelijk Museum. Er is veel contact met de verschillende museum directeuren door de jaren heen en Regnault streeft steeds meer naar een grotere aanwezigheid van moderne kunst in de musea.

Na de oorlog wordt er ook in andere Nederlandse steden delen van de collectie tentoongesteld, zoals in het Van Abbemuseum in Eindhoven en het Museum Boijmans Rotterdam

Privé wordt definitief publiek

Vlak voor zijn overlijden schenkt Regnault in overleg met museumdirecteur Willem Sandberg een groot aantal werken aan het Stedelijk Museum. Een aantal jaren na zijn dood vindt een grote veiling plaats waarbij een deel door Nederlandse musea wordt aangekocht. Het grootste gedeelte verspreidt zich hierna over de hele wereld.

Nog altijd zijn de werken van Chagall die het Stedelijk Museum geschonken heeft gekregen een belangrijk onderdeel van de collectie van het museum.

In zijn collectie heeft P.A. Regnault zich gericht op schilderkunst en tekeningen, met een enkel beeldhouwwerk.
De collectie bevatte o.a. werken van Quirijn van Tiel, Van Dongen, De Smet, Kruyder, Léger, Soutine, Braque, Zadkine, Picasso en Chagall.

Pierre Alexander Regnault is de overgrootvader van Janet Keukelaar, oprichter van print – art – read.

Print – art – read richt zich op fotografie, grafische kunst en boeken. Daarbij is niet het doel een eigen privé collectie te realiseren, maar anderen te helpen bij het starten van hun privé collectie.

Over de collectie van P. A. Regnault is in 1995 een overzichtstentoonstelling geëxposeerd in Het Stedelijk Museum. Gekoppeld daaraan is een boek verschenen over het ontstaan van de collectie. 

‘Goed Modern Werk’ – de collectie Regnault in Het Stedelijk – Caroline Roodenburg-Schadd

Documenten en correspondentie tussen verschillende kunstenaars en P.A. Regnault zijn o.a. terug te vinden in het RKD (Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie) in Den Haag.